STORM IN EEN GLAS WATERLAND
Manhaftig en moedig besloot ik die donderdagmiddag te blijven, op personeelsbijeenkomst van de William Schrikker Groep (WSG), mijn werkgever, een landelijke organisatie voor jeugdzorg, waarin gesproken werd over de komende reorganisatie. Het was lekker centraal in De Harskamp; ik had daarin bij een eerdere, landelijke werkgever een slechtere ervaring in. De weersvoorspellingen waren slecht en we kregen gelegenheid vroegtijdig te vertrekken. Ik had interesse in de onderwerpen die nog op de agenda stonden, onderwerpen waar ik meer over wilde weten. Ik ging er daarbij vanuit dat ik bij vertrek eerder of later, altijd in harde wind zou rijden, immers het weeralarm gold de gehele dag.
Nadat meer dan 90% van de collegae omstreeks 13:00 uur vertrokken waren, resteerde een klein gezelschap, hooguit drie rijen, waarvan misschien wel één rij gevuld met direct-betrokkenen. Hans Dorrestein liet zijn depressiviteit nog éénmaal op ons neerdalen. Toch wel bijzonder dat iemand door louter en alleen het uitspreken van oneliners, zijn geld verdient. “Geld maakt niet gelukkig.” Zei hij nog.
Zeer amusant en daardoor eveneens aandachtwekkend, was het betoog van Roger de Bruyn, een Belgische hoogleraar economie. Zijn betoog ging over creativiteit, over de plicht om je talenten volop te benutten. Daarbij aansluitend op de dagthema’s “innovatie” en “inspiratie”. De aanwezigen kregen zijn boek “Testamentair Essay” (ondertitel: “Creatief denken, sprituele levenshouding en plicht tot inbreng van al je talenten, ook van je verbeeldingskracht.”); als herinnering, om te lezen, als teken van het feit dat je kennis moet delen (eveneens een van zijn beweringen).
Peter de Booij (Hoofd P&O) gaf tot slot inzicht in het kantoor van de toekomst. ONS kantoor van de toekomst.
Zijn verhaal begon met de nieuwe organisatiestructuur zoals deze er uit zou gaan zien na de fusie met BJZ Flevoland. Een lijn-staforganisatie, geheel volgens de boeken vol met basismodellen: een directie, twee stafafdelingen (waarvan één gaat bestaan uit “ons” expertisecentrum) en twee uitvoerende afdelingen:
A) de huidige uitvoerende delen van BJZ Flevoland
B) de huidige uitvoerende delen van de WSG waaronder de Jeugdbescherming.
Daarna kwam “ons” kantoor aan de orde, grofweg neergezet in drie modellen:
* 100% thuiswerken
* 100% werken vanuit één van de vijf tot zes regiokantoren
* een poldermodel uit deze twee.
Vervolgens passeerden een aantal stellingen de revue; middels handopsteken konden we onze voorkeur weergeven. Zo ook de stelling over de drie mogelijke kantoorvarianten; de uitslag lag, wat de aanwezigen betrof, duidelijk bij het tussenmodel. Nadrukkelijk stelde Peter dat er nog meer informerende en opiniërende bijeenkomsten zouden volgen.
Vanaf een uur of drie speelde de band (met daarin ook/alleen medewerkers van de WSG) in een kleine zaal de tegels uit het plafond. Voor drankjes en hapjes werd goed gezorgd. Dit zou tot 6 uur duren. Een artiest blies ballonnen en kneedde daar beestjes, brillen en motoren uit. De eerste berichten kwamen binnen dat het treinverkeer rondom CS Utrecht en CS Amsterdam was stilgelegd. Ik overdacht mijn keuzes:
* of blijven in een ruimte waar het praten onmogelijk werd gemaakt door het oorverdovend lawaai van populaire muziek om daarna na 18:00 uur geheel in het donker rijden
* of genieten van zelf meegebrachte populaire muziek in mijn auto en dusdanig vertrekken opdat ik nog voor donker thuis zou zijn.
Ik koos voor de laatste optie.
Nauwelijks 10 minuten later, stond ik in een rij auto’s: 300 meter verder lag een boom over de weg. Uit de auto stappend, zag ik drie andere automobilisten regen, wind en rondvliegende takken trotseren. Ik besloot hen mee te helpen. Gevieren verwijderden we de dikste, losse takken van de weg. Met de trekhaak van een bestelbus van één van deze interim-boswerkers en een ketting, verwijderden we de boom: de weg was weer vrij. Dat alles onder het toeziend en waarderend oog van vele automobilisten in de rij, “veilig” in hun auto. Na deze klus, schudden wij elkaar de hand; ... onderwijl reden de eerdergenoemde automobilisten ons als dank voor ons werk, haast omver.
Na nog een klein oponthoud verderop (ook vanwege een boom waar ditmaal brandweerlieden de werkzaamheden verrichtten) reed ik naar huis. Om halfzeven arriveerde ik thuis zonder verder oponthoud, veilig en wel. Het extra Journaal volgend, vroeg ik me af of degenen die na mij vertrokken (waarvan velen met de trein) die dag wel thuis zouden zijn gekomen.